Volgens de familieverhalen maakt Mimi de verloving uit en stuurt ze haar ring terug naar Bob. Die verkoopt hem om van te leven.
Uit deze ‘briefloze’ periode zijn nog twee brieven bewaard van Rebecca Leeuwin aan haar dochter Mimi en een gecombineerde brief van Zus Wijnberg aan Rebecca Leeuwin en van Estella Cohen aan Mimi. In juni 1936 komen Zus en Herman Spits nog bij haar op bezoek, en gaat Mimi logeren bij Zus.
Dordrecht 11 Juni 1936
Lieve schat.
Wat een kort briefje had ik van je. Ik begrijp niet dat je zoo weinig aan ons weet te schrijven en als je bij me bent staat je snabel niet stil. Mimi je schrijft in je brief waarom ik niet heb gezegd dat Marie ziek was maar toen wij bij hun waren was ze niet ziek ze gingen naar boven op een feestje de vorige week zeide tante Rachel was Marie niet lekker nou dat gebeurt wel eens meer als een vrouw zoo ver is dus dat vond ik niet noodig daar expres over te spreken.
Graag had ik dat je me nu direkt schrijft hoe of het is en geef me het adres van Tante dan kan ik even schrijven en zeg vooral dat ik heb gevraagd. Miemsie weet je wie bij ons was Zus en Herman ze zijn dinsdag om 6 uur gekomen tot woensdagmorgen 10 uur ze waren met vacantie en zijn toen bij ons uitgestapt leuk hè. Ik had het jasje voor haar Baby al af en heb ‘s avonds het mutsje gemaakt ze zal je er wel voor bedanken ze vond het beeldig ik heb het in roze gemaakt misschien heeft ze het wel 50 keer uitgepakt om er naar te kijken ze zeide steeds O ik vind het zoo mooi het mutsje heb ik gemaakt met een puntje op ‘t voorhoofd net een Lindbergh kapje schattig.
Nu iets over de zaak. Wij zijn niet ontevreden we hebben nog steeds onze kosten goed gemaakt en nog iets over ook en mogen dus niet klagen. Gisteren woensdag heeft Pa in de nieuwe zaak ruim 600 gulden verkocht hoe vind je zooiets geweldig hè en dat op een dag maandag heeft Pa 155 gulden verkocht dinsdag 60 gulden dus je ziet het gaat wel. We hebben veel te weinig personeel. Als je in A’dam bent moet je aan Herman vertellen van woensdag onze verkoop niet vergeten hoor. Het had nog meer geweest maar een klant wou het bij Pa niet laten opschrijven nee zegt ze ik ga bij u vrouw want jullie slikken alles in en dat mensch staat er ook voor. dus ik had ook een klantje hoeveel weet ik nog niet ze komt zaterdagavond 2 ameublementen heeft ze uitgezocht bij me en 2 dressoirs, bij vader een en bij mij een. Ik dacht dat je verleden week al in A’dam was maar nu merk ik dat je pas vrijdag gaat fijn hè Zus vindt het fijn dat je komt. Nu lieverd schrijf me nog gauw terug hoe het met Marie is en stuur me het adres van Tante dan zal ik ze ook schrijven. Dag schat heel veel zoenen van je liefhebbende Mamsie
Als je weer eens hier komt of wij bij jou krijg je van ons een regencape of weet je wat je doet koop er een bij Gerzon in A’dam ik heb er voor Gré een gekocht hij kost 3.90, tenminste als je ze mooi vindt.
Dag lieverd Schrijf me direct terug hoe Marie is al zijn het maar een paar woorden.
Schrijf me uitvoerig hoe je het in A’dam had en wat je hebt gedaan.
[Zus aan Rebecca en Mimi, Amsterdam, eind september 1936]
’t Allereerst Beppie, m’n hartelijke dank voor de felicitatie met mijn verjaardag, ik vind je gewoonweg een kraan om daar aan te denken. Mimi heeft me dit jaar schandelijk vergeten. Wat leuk dat je hier nu een paar dagen komt, dan lig ik hoogstwaarschijnlijk net in ’t ziekenhuis. Ik ben geweldig dik en sta op punt van springen. Af en toe ben ik een dag niet lekker maar over ’t geheel gaat het wel. Hoe gaat het in de nieuwe zaak? Verkopen jullie wat?
Je treft het nogal met het weer hè Miem, er zijn er werkelijk niet veel die het deze zomer getroffen hebben. Herman heeft nog 3 dagen vacantie, die neemt hij als ik thuiskom uit ’t ziekenhuis. Je begrijpt dat vind ik natuurlijk reuzen prettig. Vorige week was tante Lien hier, erg gezellig. Nu lieve menschen, er is hier weinig nieuws verder. Heel veel groeten ook van Herman, jullie Zus.
[Estella Cohen aan Mimi en haar ouders, Amsterdam, half augustus 1936]
Lieve Mimi en allemaal,
We zitten de gehele avond al te schrijven, ‘k ben al aan mijn tweede vulpen bezig. We (Zus en ik) hebben er echt de avond voor genomen. Ja ‘k heb mij echt verwonderd dat wij in al die tijd niets van je gehoord hebben Mimi. Je hebt mijn kaart uit Schasel toch wel gekregen? Jij bent de eenigste die ik van daaruit heb geschreven. Met Eef gaat het nu wel weer. Die kuur, ofschoon verschrikkelijk pijnlijk, en lang niet ongevaarlijk, heeft haar toch veel goed gedaan. Je weet dat de beterschap bij zoiets altijd later komt. Ook met mij gaat het vrij goed tegenwoordig. Zus werkt zich een beetje in de zaak van mij in, opdat ik een beetje meer beneden kan zijn. Ze is nu gauw uitgerekend. Ze is wel erg lastig. Wat fijn dat je nu 14 dagen vacantie hebt, geniet er maar goed van. Als je weer in Zandvoort bent is het weer aanpakken.
Hebben jullie een mooi sjoelfeest gehad? We hebben jou ook nog in de j[oodse] courant gelezen. Sal als de gever van prachtig trapbekleden. Dat mag je bij ons ook doen al moet je daar uitsluitend een sjoel voor weten. ‘k Beloof dat ik je ook in de courant laat zetten. We verheugen ons op je komst Mimi. We hadden donderdag brief van Bram. Hij heeft persoonlijk geen last van de onlusten doch gewent er ook aan schrijft hij. Alle menschen waarvoor hij werkt worden de inboedels verkocht, of gaan failliet, geld kan hij niet van ze krijgen. ’t Is daar wat moois hoor! Hij zal zich wel erg bekrimpen moeten. Vandaag zijn wij begonnen voor inkoopen voor z’n jaardag, overhemd, dassen en sokken, volgende week weer wat. Volgende week komt Martha met haar huishouding.
Dag lieve allen, heel veel liefs en een zoen van je liefh. Moeder.
[Rebecca Leeuwin aan Mimi, geadresseerd Mej M Gobits Heinzestraat 15
Huize Heinze Amsterdam Zuid]
Dordrecht 23 Jan. 37
Lieve Mimi.
Eindelijk zal ik jou maar schrijven Alhoewel ik heel weinig weet. Als ik niet schrijf schrijf je mij ook niet waarom niet. Ik heb steeds op brief gewacht van je en had je dan direct geschreven het is in de war gelopen door de verjaardagen. Ik dacht met Pa zijn verjaardag brief te krijgen en daar heb ik op gewacht en toen heb ik maar steeds uitgesteld. Cor is weg en ik heb 8 dagen zonder meisje geweest. Anne en ik hebben samen een beetje opgeruimd en Zaterdag is Marie ‘s middags geweest.
Nu heb ik een meisje van haast 16 jaar voor 2.50 p.w. tot half vier. Anne helpt mee en in de winkel ik geloof wel dat het mij zoo bevalt. Wij waren allemaal niet prettig een beetje griep Nol is nog erg verkouden. Ik heb je toch geschreven dat hij een ontsteking aan beide oogen had daar heb je niets over geschreven hij zat 4 dagen heelemaal verbonden en nu moet hij nog 3 weken ‘s nachts zalf op zijn oogen hebben met verband. De oogarts zeide dat hij heel slapjes is hij moet levertraan en Halzan gebruiken.
Hoe vond je de menu’s die ik je gestuurd heb. Daar heb je niets over geschreven krijg ik ze van je terug. Voor Nol zijn verjaardag heb ik tappertjes voor jou gekocht van ons had hij Engelsch Hollandsch Dictionaire van Gré een advertentiespel een fitting en schakelaar voor op zijn fiets van Louis een mooie lamp voor zijn fiets van tante Mina een paar… tappertjes die heb ik geruild of liever Nol heeft ze geruild en heeft er een tafeltennis voor genomen en moest 1.25 bijpassen het koste f 2 en zoo speelt hij er mee voor op de groote tafel of hij breekt een lamp van 1.65 dus dat waren een paar goedkoope tappertjes vind je niet. Van Tante Anna zakdoeken van Es een KLM Puzzle we hebben ‘s middags gezellig thee gedronken en ‘s avonds om 6 uur eerst allemaal een hakkertje en toen brood met pekelvleesch lever en worst dat had Pa allemaal zoo netjes klaar gemaakt leuk hè! Weet je wat dat zijn hakkertjes.
We hadden nu Zondagavond een Zion. vergadering, Pa moest verslag uitbrengen van de Alg. Ver. en heeft dat heel goed gedaan en heeft ook heel goed geantwoord als ze wat vroegen. Ik geloof dat Pa een prima bestuurslid is. Er was een Mourachistische spreker Max Bolle hij heeft heel gezellig gesproken hij vertelde dat er verleden jaar voor Holland maar 4 certificaten zijn gegeven je kan nog beter Duitsch vluchteling zijn zegt hij dan heb je nog even kans dat. De vergaderingen zijn tegenwoordig op het nieuw gerestaureerde vergaderlokaal van de J. Gemeente. Ik heb koffie gezet en verkocht voor 10 cent ik heb 116 overgehouden voor het J.N.F. er waren niet veel menschen je weet wel altijd weer dat zelfde ploegje. Mevr. D. Duits en ik hebben koffie gegeven we hebben kopjes mee gebracht koffiepot en ik heb mijn gasstel meegesleept het was een erg gezellige vergadering, tot elf uur.
Ik heb weer rheumathiek in mijn arm ik heb erge pijn vooral ‘s nachts ik slaap haast niet. Voor Pa zijn verjaardag heb ik voor jullie dure sigaren gekocht. Pa had van mijn een paar mooie bruine handsch. gevoerd. Gré gaat vanmiddag naar [ontbreekt] en vanavond uit om 6 uur diner van de J. Liberale daar is ze lid van ze [zit] zelfs in de Propaganda Commissie en nu vroeg ze mijn of ze deel mocht nemen aan het diner voor f 1 nou ik vond het goed vanavond is Bal. tot drie uur en morgen Zondag Algemeene Vergadering, daar gaat ze ook naar toe.
Willy Heykoop zit in het bestuur Max van Hinder, Korthals en die andere weet ik niet er komen overal vandaan leden voor het feest en de Alg. Ver. Gré vroeg of ik ook een paar menschen kon hebben om te slapen maar ik heb het niet gedaan om reden ze wil voor mij op Zondag nooit opstaan voor thee te zetten ze komt om half twaalf naar beneden en nu wilde ze wel opstaan om die meisjes te verzorgen en daar had ik geen zin in. Er werd haar gevraagd of ze zondagmorgen met de amandelactie wilde meedoen maar ze antwoordde nee ik ga ‘s avonds uit en kom om 3 uur thuis dus sta ik niet zoo vroeg op ze doet het niet dus daarom heb ik ook geweigerd voor het eene goeie doel kan ze niet opstaan en voor het andere wat haar belangt wel.
Nou schattekind ik schreef ik weet niet veel als het zoo doorgaat heb ik geloof ik wel 10 vel noodig maar ik zal maar wachten voor een volgende brief. In de zaak is het erg stil maar het is overal zoo. Trossel je weet wel die hoedenzaak is Failliet en ook Vervloet die banketzaak die is pas in de Voorstraat komen zitten hij is N.S.B.er geworden toen ging zijn zaak steeds slechter. Trossel had een goudzaak.
Bisschof in de andere Voorstraat is er uit het huis is te huur ik zou het best willen hebben en dan hier uit het is een prachtpand het is maar een idee van mij maar de huur zal wel te duur zijn.
Ik schreef dat allemaal om te laten zien hoe slecht het nu is het voorjaar zal wel beter worden zeggen ze allemaal de werkloosheid wordt minder. Dag schat van me.
Zeg lieverd het is nu nog geen 4 weken dat ik je heb gezien en ik verlang erg naar je zoo erg dat ik je gisteravond wilde opbellen maar Gré zeide doe het niet anders schrikt ze zoo dat komt zeker omdat je in 14 dagen niet hebt geschreven. Lieverd krijg ik gauw een gezellige brief schrijf me nu antwoord op mijn brief hoe was de ontvangst bij Melkman en hoe was je letter. Was je bij Tante Liesbeth.
Dag Lieveling je erg verlangende Moeder stuurt je 100000 zoenen en pakkerts.
Dag schattekind
[in de bovenmarge: Wij waren naar den Haag naar de trouwen kijken van de Prinses. We hadden 2 plaatsen op de Oranje Tribune voor 12.50 de twee het was erg mooi.]
Uit het verhaal van Eva Veldman-Cohen wat zij nog wist over deze periode.
“In het land van bestemming aangekomen, verrichtte hij [Bob] alle voorkomende werkzaamheden, maar was toch genoodzaakt op een zeker tijdstip zijn verlovingsring te gelde te maken om er de allernoodzakelijkste levensmiddelen voor te kopen. […] Een der laatst ontvangen brieven noopten Mimi Bram zijn woord terug te geven, omdat zij tussen de regels door meende te lezen dat hij gaarne vrij wilde zijn. In de brieven aan zijn ouders bleef hij vrij optimistisch. […]
Mimi bleef trouw haar zogenaamde aanstaande schoonouders bezoeken, die erg aan haar gehecht waren. Zij beweerde eens: ‘Als Bram terugkomt trouwt hij toch met mij.’ Zijn laatste betaalde baan was taxi-chauffeur. […] Hij bereisde niet alleen Palestina, doch ook ver daarbuiten. […]
In september 1936 berichtte hij, dat hij op terugweg naar Nederland was. Hij ontmoette Duitse jongens, ongeveer van zijn eigen leeftijd, op de vlucht voor Hitler, zonder geld, op weg naar Palestina. Na zijn opgedane ervaringen, maar nu als Zionist, gaf hij de vluchtelingen zijn spaargeld en met zijn zegen ‘mazzel en baracha’ (voorspoed en zegen) namen zij afscheid. Hij kwam kerngezond, doch platzak, als een ervaren jonge man thuis. […]
De Wijnbergs dachten dat het niet de juiste manier zou zijn dat Mimi bij haar eerstvolgend bezoek Bram onverwacht zou ontmoeten. Hij volgde de suggestie van Zus op om haar telefonisch van zijn aankomst op de hoogte te stellen. Het gesprek verliep aldus: ‘Hallo Mimi! Met wie denk je dat je spreekt?’ ‘Met Bram natuurlijk.’ Zij maakten samen een afspraak. […]
Mimi’s ouders hebben Bram het verbreken van zijn verloving zeer kwalijk genomen. Zij weigerden hem te ontvangen. Dit irriteerde Bram dusdanig dat hij hen onverwachts een bezoek bracht en opnieuw om de hand van hun dochter vroeg, hetwelk hem niet geweigerd werd.
Er werd druk over gefluisterd dat Bram Mimi zou trouwen om in haar ouderlijke zaken te worden opgenomen, doch niets was minder waar. Hij had zich inmiddels van een flinke baan verzekerd als vertegenwoordiger van een Amerikaanse schrijfmachinefabriek. Hun huwelijk werd dan ook vastgesteld en op 27 februari [lees: december] 1939 voltrokken.”
[Mimi aan Bob]
Dordrecht [dinsdag] 20 – 4 – 1937
Lieveling van me,
Het is half acht en ik zit in de andere zaak te schrijven (met Vaders’ vulpen, daarom zoo leelijk).
Bob, gisteren ben ik pas om 9 uur in Dordt terechtgekomen. Ik was in de verkeerde trein gestapt (het bord was nog niet verwisseld) ben eerst naar Velzen gereisd en toen moest ik weer naar Haarlem terug. Natuurlijk Zr. Wolf heelemaal niet gezien. Suf hè?
Ik heb al een baan Mopsie, wat het opbrengt weet ik niet. Ik ben als gezelschapsdame bij Vader in de zaak. Er is hier niet veel te doen voor me, maar Moeke wil dat het voor Vader een beetje aangenaam gemaakt wordt, hij is hier heelemaal alleen. Wim en Cor werken boven, Frans de loopknecht natuurlijk altijd weg.
Geen kopje thee of koffie werd meer verzorgd.
Vandaag een paar kasten netjes gemaakt.
Verder stof ik nu ‘s morgens en dan is er hier wel wat schoon te houden.
We zitten nu in de kamer achter de winkel en het was schijnbaar nogal genoeglijk want Vader zei zooeven “Och vrouw, we zullen maar niet uitgaan vanavond hè?”
Nu was het hier idioot koud en ik heb vanmiddag de kachel weer laten neerzetten, aangezien ik bijna van kou verchroomde (nikkel is geen mode meer) en nu zitten we lekker bij de kachel en zijn blij dat de klanten ons niet storen, want in de winkel is het stil.
De zaak aan de Voorstraat 294, het huidige nr 318. (Beeldbank Dordrecht).
Is de inspecteur al bij je geweest Bob? Wat heeft hij allemaal met je besproken. Wees eens lief en schrijf ook hieromtrent een beetje uitvoerig.
Ik weet niet, maar ik heb zoo’n gevoel of Vader en Moeder denken dat ik voor onbeperkte tijd hier ben gekomen.
Nu lieve jongen van me, ik ga Moeke even wegbrengen (ze belde juist op) en wil deze brief dan meteen posten.
Wil je alstjeblieft mijn fiets opsturen, die kan ik uitstekend gebruiken.
De groeten voor allemaal van ons allen, en jij een dikke pakkert van je eigen vrouwtje.
Denk je een beetje aan me, ik aan jou natuurlijk.
Dag lieveling
Eigenaardige gewaarwording, jou te schrijven.
[Mimi aan Bob]
Dordrecht Woensdag 26 – 5 – 1937.
Lieveling,
Alweer een halve week om, fijn Zondag weer bij je. Is het bij jullie ook zoo stil in zaken? Hier is het buitengewoon rustig.
Vandaag van Moeder een complimentje gehad voor m’n verkoop. Ik was wel een beetje verguld.
Zeg Mopsie, als het zulk zalig weer is, konden we Zondag in Amsterdam wel op ‘t water of niet? Dan breng ik m’n zwempakje mee.
Ik ben bepaald benieuwd naar je Palestijnse kennissen.
Schrijf jij me Vrijdag of ze gekomen zijn? en of ik m’n zwemboeltje mee moet nemen.
Ik breng ook dat badpakje voor ‘t kind mee.
Van de week al m’n zomerkleeren in orde gemaakt, gewaschen gestreken en genaaid. Ik heb niets meer noodig.
Gisteravond was hier een dame, een klant van Gré, nadat ik een tijdje met haar gesproken had, zei ze dat ze wel kon zien dat ik de jongste was en ze dacht dat Greet nogal trots was. Ik lachte me dood. Ziet onze Gré er ouder uit dan ik.
Zeg Mopsie ik heb Zondag toch verteld dat Moeke zoo erg gevallen was op de kermis. Nu is dat veel erger geworden. Alle twee wonden zijn aan ‘t zweren. Het doet natuurlijk erge pijn. Moeke kan haast niet loopen. Enkels en voeten zijn heelemaal gezwollen. Zielig hè?
O ja lieveling kun je me een groot plezier doen a.s. Zondag wat vroeg klaar zijn. Natuurlijk wel eerst Vader afhelpen, maar je laten roepen. Zoodat we niet zoo laat zijn. Ik wilde n.l. even ‘s morgens naar tante Liesbeth in de Den Texstraat.
Anders krijg ik de grootste herrie. Doe je dat Jongen.
Bobbie ik verlang zoo erg naar je. Jij ook naar mij. In gedachten streel je m’n haar. Ik verlang zoo naar je handen.
Liefste van me tot Zondag, maar ik krijg fijn eerst nog een brief, dag schattejongen van me.
Een pakkert van jouw Mimi.
De groeten voor allemaal.
Je krijgt 2 cent boete, maar anders duurt het een dag langer. Moet je er maar voor over hebben.
Daag, Jochie.
[Mimi aan Bob]
Dordrecht 10 – 6 – 1937
Mijn eigen lieveling,
Erg verrast een brief van je te krijgen, ik was juist van plan jou eerst te schrijven. Gek hè, maar ik was zoo blij met je brief, ik kreeg hem zooeven in de zaak bij Moeder en toen moest ik juist naar de andere zaak, de brief in m’n tasch (ongelezen) en de heele tijd het gevoel dat er iets prettigs was en nu ik hem gelezen heb, is het nog prettig. Nee Jongen van me, dit was geen korte brief.
Moeke was Zondagmorgen niet kwaad hoor Bob, de stalen zal ik meebrengen. Mopsie kun je het nu wel betalen? Omdat je ook om duurdere stalen vraagt, zet je nu niet in de zorg om een costuum.
Wat eenig dat Auerbach zelf kookt, daar zou ik wel bij willen zijn. Het spijt me eigenlijk erg, dat ik ze Zondag niet gezien heb. Vergeet je ze niet van me te groeten en hem ook namens mij een goede reis en succes te wenschen. Ik had het dolgraag persoonlijk gedaan.
Ja Mopsie, als ik eerlijk ben, zou ik ook zoo wel meewillen. Als we maar het reisgeld hadden, zou ik zoo direct meegaan.
Lieveling als het Zondag erg warm is, zou ik dolgraag willen zwemmen.
Misschien is het beter dat we naar een zweminrichting gaan, dat is ook nog voordeliger dan een kano en ook de kans op schelden van de boer over het lange gras is kleiner.
Vandaag is m’n stift erin gekomen. Erg netjes, een klein kiesje is het. Nog een week of drie dan is de tandarts klaar.
Hij kreeg het vandaag in z’n hoofd een beetje met me te flirten. Nu wordt het nog eens pikant om naar de tandarts te gaan. Nog een paar keer dan ben ik van hem af.
Nu Jongske van me, ik eindig mijn brief, is ook niet kort wel Boychen.
Is het niet een beetje warm voor een omhelzing of kun je er wel tegen. Ja? Pas dan op, want ik smoor je hoor. Ik verlang zoo erg naar je Bobbie, eventjes met m’n hoofd op jouw schouder, doe je arm om me heen, en nu wil ik ook nog een kus van je.
Dag schattejong, tot Zondag. Nog een innige pakkert van jouw eigen Miempsie.
De Groeten thuis en vergeet de Auerbachs niet.
[Mimi aan Bob]
Dordrecht [maandag] 21 – 6 – 1937
Lieveling,
Vlug hè, nu al een brief van me. Ik heb eigenlijk niet veel nieuws, maar Mijnheer de Liver laat vragen of je je costuum met 1 of 2 rij colbert wil hebben.
Hij komt a.s. Zondag niet in Amsterdam Mopsie, jammer hè. Hij moet naar Utrecht.
Zeg Bob, Nol en ik zijn gisteren pas om half een thuisgekomen. We waren met David Mühlrad mee. Je moet de groeten hebben van Lola en Max Mühlrad. Leuk hè?
Zeg David en Lientje zijn kort geleden naar Parijs getrampt. (Schrijf ik dat niet verkeerd, ik weet niet hoe anders.)
Arme David had een pietsie het land dat Lientje er niet was.
Ofschoon, wij waren er wel alletwee, en wij hebben toch niets aan elkaar gehad, nietwaar?
Nu Jong, ik eindig, schrijf je me een beetje lief terug. Ik verlang naar je, even met mijn handen door je fijne krullebol. Een innige kus van je Mimi.
Gr. V[an] E[n] A[an] A[llen]
David Mühlrad heeft me uitgenoodigd om ‘s avonds eens in Rotterdam te komen dan gaan we boemelen. Hij zei: “Dat moeten Bob en Lientje ons maar niet kwalijk nemen.”
Misschien ga ik eens in mijn vacantie want van Scheveningen zal wel niets komen.
Mopsie als Parijs eens per ongeluk wel door zou gaan, trampen wij ook. Dat zou ons f 16- schelen en als Lientje het kan, kan ik het ook, nietwaar Mopsie.
Dit is weer een ouderwetse brief, de P.S. is het langst.
Dag lieve schat van me.
[Mimi aan Bob]
Dordrecht [dinsdag] 29 Juni [1937]
Lieveling,
Heb je Zondag op me gewacht? Ik hoop maar van niet. Schat je schreef zoo laat, dat ik geen tijd meer had mijn plan voor Zondag te veranderen. Zondag heb ik lekker lang uitgeslapen d.w.z. half tien pas opgestaan en verder alles op m’n dooie gemak. Lui in Scheveningen in ligstoel gelezen. Het was zalig.
Mopsie wanneer vertrekken Moeder en Eva? Ik zal hier achterop (Er is hier geen papier!) even Moeder schrijven.
Bob, de reden van mijn vroege schrijven vorige week was om je costuum en daarop heb je me niet eens geantwoord. Waarom leg je mijn brief niet naast je als je me terugschrijft?
Mopsie er is hier geen nieuws alleen dat ik naar jou verlang, maar dat is ook eigenlijk oud nieuws. Mopsie even in je armen liggen samen op de divan. Verlang jij er ook naar dat ik een beetje bij je ben.
Wat heb je Zondag gedaan Bobbie, schrijf je me een beetje gauw? Ik sluit een advertentie in. Moeder zei gister, waarom je niet eens naar zaken ging. Bijenkorf enz. om te solliciteeren. Het zal wel geen nut hebben, geloof jij? Maar het is te probeeren. Wij gaan vanavond naar de bios. Wat doe jij ‘s avonds. O Mopsie schrijf me een prettige brief. Het is me net of ik je in een heele tijd niet heb gezien. Dag krullebol van me, een innige pakkert van jouw Mimi.
[Mimi aan Estella Cohen]
Lieve Moeder,
Zooals Bob schreef gaat U deze week al met vacantie. De tijd gaat hier voorbij zonder dat ik bemerk hoe ver we zijn.
Tot mijn spijt kon ik Zondag niet komen. Als ik er eerder aan gedacht had wel, maar Bob schreef het te laat.
Maar U weet, het is even goed gemeend.
Een heele goede en prettige vacantie en put er maar veel kracht uit want daar gaat het toch eigenlijk om. Wensch ook tante Eva het beste van me.
Nu Moeder ik eindig. Een vacantiezoen van Uw Mimi.
Alle anderen hartelijk gegroet ook van mijn ouders.
[Mimi aan Bob]
Dordrecht [juli 1937]
Mijn eigen lieve Jongen,
Wat een downe bui hè. Arme schat, zóó erg in de put?
Ja je hebt gelijk Groningen is te duur en als we vacantie nemen dan moeten we het voordeeliger doen. Met Moeder meegaan is voor mij niet mogelijk omdat ik natuurlijk in de zaak moet blijven. Enfin Zondag spreek ik je toch.
Lieveling, ik ga in elk geval naar de landdag. Opgegeven heb ik me al in R’dam. Het weer is natuurlijk wel belangrijk, maar toch niet zoo enorm als jij denkt. Per slot van rekening is er in geval van regen een zaal waarin we de landdag houden. Ja deze week was erg stil dus troost je lieverd (schraal, maar ik heb geen betere).
Mannetje, ik had wel een boodschap gestuurd bij de Liver, dus is het niet mijn schuld. Er is een costuum bij van f 52,= dat is erg mooi, vind je niet?
Ik wou wel voorgoed bij je zijn Mopsie en nooit meer bij je weg hoeven. Konden we er maar samen vandoor gaan. Zullen we het eens probeeren.
Van dat touw heb ik gevraagd, maar het aanbod is geloof ik te laat want Vader heeft pas touw gekocht.
Nu liefste Man van me, een omhelzing van je a.s. echtgenoote Mimi.
Nog een innige pakkert van je eigen Miempsie.
Gr. V. E. A. A.
[Mimi aan Bob]
Dordrecht [donderdag] 19 – 8 – ’37
Lieve schattige Jongen van me.
Wat een gezellige brief had ik van je. Verlang je zoo naar me Bobbie?
Mopsie, Vader gaat Zondag toch naar België, dus kom ik weer naar jou. Erg jammer schat? of vind je het juist prettig. Ik hoop één ding dat die bus nu eens wat vlugger rijdt.
Ik breng ook weer geld voor Moeder mee.
Bob ik had zoo gedacht. Als hier iedereen met vacantie is geweest en ik kom dan voor een week bij jullie (of kan dat niet?), dan ga ik intens solliciteeren en we kunnen ‘s avonds uitgaan en zoo toch nog vacantie hebben, of we nemen het eens een dagje met mooi weer samen naar buiten. Enfin daar spreek ik je nog over.
Lieveling ben je al naar een andere stad ook geweest voor dat Jersy? (ik weet niet eens, hoe het geschreven wordt). Kun je er niet even voor op Vaders abonnement weg?
Zeg Lieveling, Maandag verkocht ik een postje goed van bijna f 200,= en Dinsdagmorgen voor 12 uur weer ruim f 100. Zoo had ik in 1½ dag f 350 goed verkocht. Verder niet veel meer.
Vanmorgen een dressoir. Toch een gijn hè? Ik ben er erg blij om en ik heb het gauw aan Moeke geschreven. Nu fijn jong even met m’n handen door je krullebol een innige kus van jouw Mimi
Dag liefste man van de wereld.
[Mimi aan Bob]
[Dordrecht] Dinsdag 24 – 8 – ’37
Mijn eigen Man,
Even gauw een krabbeltje, ik vond een goede advertentie, raad je aan er op te schrijven, en het beloofde stukje uit de H.P. Hè, ik wou dat dat laatste eens iets werd. Het zou b
epaald romantisch zijn, hoewel romantiek niet meer in onze tijd past.
Mopsie ik heb een zalige dag gehad Zondag. Eigenaardig, dat we het zoo fijn met elkaar hebben als we alleen zijn. Zijn Moeder en Vader al terug? Ze hadden niet zulk bijzonder weer hè?
Tot nu toe nog geen cent verkocht? Verdien jij iets, Jongen?
Nu Schat ik moet aan m’n werk en deze brief moet weg. Dag lieve Jongen, ik verlang naar je en naar zoo’n zalige rustige stemming als Zondag.
Een innige pakkert van jouw Mimi.
P.S. Gauw een brief van jou, Mopsie met al je liefde erin.
Dag fijne schat.
Bobbie, Vader is intusschen thuisgekomen met dit kaartje.
Hij gaf me de raad, advertentie en dat andere te laten schieten, want hier is een heele heele goeie kans.
Je moet zoo gauw mogelijk met dit kaartje naar deze firma toe en vragen naar den Heer S. Godschalk, hij heeft Vader dit kaartje gegeven. Vertel gewoon dat je bij ons was, daarna in Palestina (Vader heeft dit ook alles verteld) en Vader heeft ook gezegd dat je zoo graag in deze branche reizen wil. Ze hebben een goede reiziger noodig.
Bob, dit moet een buitengewone baan zijn, zoo één waar je een vaste positie hebt met vast salaris.
Het zijn heel punctueele zakenmenschen. Zorg ervoor een goede indruk te maken. Ik hoop dat je costuum er intusschen zal zijn. Laat vóóral je ijver en verkoopkracht doorschemeren. Mopsie nu heb je een kans met protectie. Als je bij de O.H.O. komt, hebben we samen een toekomst.
Veel succes lieveling, ik zal aan je denken.
[Mimi aan Bob]
Dordrecht [vrijdag] 1 – 10 – 1937
Lieveling van me.
Het is ± 10 uur ‘s morgens, ik ben in de andere zaak, de koffie is bijna klaar en alles schoon. Lekker even tijd om aan jou te schrijven.
Mopsie, Moeke vroeg me van de week: “Heb je nu zin om naar A’dam te gaan?” Nu eerlijk gezegd heb ik er geen zin in. Jij bent er niet, ik verdien er minder, ik ben bij vreemden enz.
Moeke liet uitkomen dat Vader het erg prettig zou vinden als ik bleef en Vader vroeg, merk je niet dat Moeder je liever hier heeft.
Toen kwam de brief van Mevr. Frank of ik de 11de wou komen. Dus gelijk met jou. Mopsie ik heb afgeschreven. Ik heb er heelemaal geen idee in.
Als jij nu Zondags komt, heb ik tenminste de heele dag voor jou, anders alleen de middag en m’n avonden in Dordt zijn ook heel wat prettiger dan in A’dam zonder jou hè?
[in de marge] Ik heb nog eens naar Hilversum geschreven om de onkosten van die sollicitatie.
Als we nu iets in Gr. vinden kom ik misschien daar naar toe.
Ik heb nu ook niet zooveel kosten te maken, anders had ik veel meer kleeren noodig gehad en ik had er het geld niet voor schat. Moeke zegt dat als je 2 of 3 maanden goed verkocht hebt, begint ze al te koopen voor m’n uitzet en ik krijg voor m’n verjaardag iets moois voor de huishouding. Ik hoop zoo dat alles lukken zal.
Mijnheer Smit zei van de week dat jij wel slagen zou. Leuk hè, dat iem. die toch zoo vreemd is, dat zoo zeker van je durft beweren.
Dus je ziet Mopsie, dat je voor vol wordt aangezien.
Wat zeiden ze bij jou thuis. Vader en Moeder erg blij? Ja zeker hè?
Ik heb gisteren een doosje cigaretten verloren. Ik wedde dat 17 Oct. op Maandag viel, maar het is op Zondag. Fijn Mopsie, ben je op Zondag jarig. Bobbie ik verlang zoo naar je, nog 9 dagen dan zien we elkaar weer.
Jongen van me hoor ik nog wat van je, heb je deze week wat verdiend. Vindt Vader het nu prettig dat je weggaat. Waarom schrijf je me niet wat ze thuis ervan zeggen. Dat je zoo’n baan hebt, dat je [een] abonnement hebt, dat je in Groningen woont.
O ja, heb je al een kamer, of al een advertentie geplaatst.
Gr. V. en A. A.
Geef Marc een pakkertje van me.
Bobbie je snapt ik brand van nieuwsgierigheid. Beantwoord me uitvoerig, verlang je ook naar mij Jongen, ik zoo erg naar jou, dag Liefste van me, een innige pakkert van jouw Mimi.
Mimi werkte als verpleegster bij de Joodse Invalide en woonde daar in het zusterhuis.Ze was er bij toen prinses Juliana op 9 september 1938 een bezoek bracht.
[Rebecca Leeuwin aan Mimi]
[Dordrecht, 3 augustus 1938]
[geadresseerd aan Zr. M. Gobits p/a J Invalide
1 Weesperplein Amsterdam]
Lieve Mimi
Wat een kort briefje had ik van jou krijg ik de volgende keer een langere brief maar dan zal ik wel in Blankenbergh zitten (ik zit buiten op ‘t plaatsje te schrijven mijn papier waait steeds weg). Waar ik logeer weet ik nog niet dat bericht ik je wel. Zeg Miemsie toen jullie weg waren had ik weer 4 logé’s namelijk Zus uit R’dam Gré uit Arnhem en onze Gré en Daan de twee meisjes kwamen voor een paar uur met de fiets en toen liet ik ze een paar dagen blijven en dezelfde dag kwamen Gré en Daan op de Tandem als ik dat had geweten had ik de Greetjes hier niet gelaten het was vreselijk druk voor me dat begrijp je en tot slot kwamen ‘s avonds Fia Roozee en Mh. de Liver hier.
Fia heeft gezongen en piano gespeeld het was om gek te worden voor me Gré uit Arnhem is een vreselijk druk kind ik begrijp niet hoe of Tante Aal het uit houdt wel een erg lief kind. Daan is een heel aardige jongen en erg lief voor Gré. Hij zingt heel mooi. Gré heeft hem begelei/ijd (hoe moet dat met die ei of ij) ik ben het vergeten.
Nol heeft fijn weer nou is met vacantie nu helpt Nel me Annie haar zusje me alleen ‘s middags. Zaterdagavond zijn Nico en Klara hier komen slapen en zijn met ons mee naar Antwerpen gegaan die gingen daar een week logeeren dat hadden wij afgesproken die Zondag toen wij in A’dam waren. Tante Mina was ook mee die is ‘s morgens om 8 uur hier geweest. We hebben weer veel choc. meegebracht 80 reepen. We hebben ‘s avonds met Mevr. en Mh. Mok ergens gegeten och wat hebben die menschen een groot verdriet dat is niet te vertellen ze hebben geen rust in huis en een schoonheid van [een] woning dat ze hebben overal hangt het portret van hun zoon levensgroot in elke kamer. Hij heeft ons de A. Bank laten kijken die is zoo mooi ingericht Hij wordt weer vergroot en dan mag Pa denkelijk de boel leveren aardig hè ze zijn schatten van menschen.
Zeg Mimi David is afgekeurd voor die betrekking jammer hè hij is met een maand salaris naar huis gestuurd ik dacht het wel voor zijn bronchitis natuurlijk.
Weet je wat Anna heeft gedaan toen Klaar en Nico hier waren ze is zaterdag hier geweest en is gebleven tot zondag ik kon weggaan en zij heeft alles verzogd voor me lief hè ik kwam ‘s avonds thuis en de woning zag er lekker uit lief hè ik heb een mooi zijden hemdje voor haar gekocht. We hebben het in de zaak heel druk verleden week 1400 de week daarvoor 1000 en daarvoor 950 hoe vind je dat fijn hè! Oom Moos en Tante Liesbeth zouden hier komen als ik weg ga maar Tante moet zich kalm houden dus mag ze niet van de Dr. nu komt Oom ook niet maar Pa gaat toch weg Pa zal het wel zien te regelen (Hè ik zou wel 10 bladzijden vol willen schrijven er is nog zooveel te vertellen maar ik word er moe van.)
Je schorten zijn af maar ik heb ze nog even terug gestuurd de hartjes vond ik niet mooi. Als Bob deze week soms komt kan ik ze meegeven. Butterman was deze week hier die had iets voor Bob wat weet ik niet ik geloof Pa ook. But is met een groote fabriek bezig en heeft geld van iemand dan zou hij Bob weer terug willen hebben. Nu lieverd krijg ik voor Zondag nog iets van je anders duurt het zoo lang voor ik post van je krijg hè hè mijn arm is lam en mijn potlood is afgesleten deze week is het stil.
Geef Sara vooral de groeten van haar pleegouders.
Dag schat heel veel zoenen van je liefhebbende* Moeder Vader en Okkie
Ik wil graag voor Zaterdag brief hebben
* anders denk je dat ik niet van je houd
Ik kreeg van Nol een ansicht hij kon er niet heelemaal in dus stuur ik hem half daar gaat het juist om let op Nol zijn kopje
die andere dingetjes heb ik uit het maandblad van de huisvrouwen vereeniging geknipt die vond ik zoo aardig
Schrijf me even hoe jij ze vond.
[Bob aan Mimi]
Nijmegen [dinsdag] 29 – 11 – 38
[geadresseerd aan Mej. M. Gobits p/a Joodsche Invalide Nw. Achtergracht Amsterdam]
Lieveling
Op het oogenblik zit ik bij Mart en hebben we pas gegeten. Gisteren was ik met Vader weg. De verkoop was niet veel bijzonders. Vandaag was ik alleen weg en heb ± 275 K.G. verkocht. Morgen ga ik naar Valkenburg, waar een aanvraag van is binnengekomen. Ik geloof niet dat het de moeite zal loonen want het is ± 300 K.M. heen en terug. Als het te laat wordt blijf ik overnachten, tenminste indien ik wat verkoop. Ik geloof wel dat er hier in het seizoen wat te verkoopen valt, het is nu natuurlijk juist de slechtste tijd, en staat de inkoop vrijwel stil. Het is echter wel goed dat ik nu reeds kom zoodat de menschen mij tegen die tijd al een beetje kennen.
Donderdagavond is er hier een filmvoorstelling ten bate van de Duitsche vluchtelingen waar ik met Mart heen ga. Vanavond heb ik voor Elleke wat strooigoed meegebracht en zat ze met de oogen dicht voor de haard een St. Nic. liedje te zingen. Mart heeft voor de heele week snert gekookt en dus zijn we daar de heele week toe veroordeeld.
Schattekind ik hou nu op met een heeleboel kussen en pakkerds van jouw Bob.
[Martha aan Mimi]
Lieve Mimi
Met je verjaardagscadeautje ben ik te laat geweest en nu zal ik met het St. Nic. cadeautje te vroeg zijn. ‘t Feest gaat toch niet door en aangezien ik het al in huis had verstuur ik het je maar, daar ik anders bang ben dat de mot er in komt. ‘k Hoop dat het naar genoegen zal zijn, is dit niet het geval dan spijt het me erg voor je want het kan niet geruild worden.
Met de meeste Hoogachting
je schoonzus
Martha.
[Bob aan Mimi]
Amsterdam-Z., [vrijdag] 23 – 12 – 1938
[geadresseerd Mej. M. Gobits Voorstraat 294 Dordrecht]
Lieveling van me.
Het viel me werkelijk mee dat ik nog bericht van je ontving. Hadt je het zoo druk? Wat jammer dat je niet vooruit geschreven hebt hè? Enfin in Parijs is het net zoo koud als hier. Gisteren was ik met de auto naar Koog a.d. Zaan, en bestierf het haast van de kou. Vandaag was de motor zoo erg bevroren dat ik niet kon rijden, zoodat ik in de stad ben gebleven. De verkoop is niets en heb deze week nog niets verkocht. Enfin het is er ook de tijd voor.
Naar Nijmegen ben ik niet geweest, anders had ik ook wel naar jou toe kunnen komen. Ik had er wel zin in maar het was me werkelijk te duur. Gisteravond was ik met Herman naar het circus maar er was niet veel aan. Wanneer kom je eigenlijk terug, Vrijdagmiddag? Jammer dat je Zondag niet vrij bent. Wanneer dan? Lieveling ik hou op. Heel veel kussen en pakkerds van jouw Bob.
Groeten aan allen.