Ja, we hebben er drie. Kleine mannetjes. Maar het lijkt wel of we er steeds meer nodig hebben. Maar dan bedoel ik niet de kleinkinderen, schattig als ze zijn, maar mannetjes voor wérkjes. Lamp ophangen, knoppen aan verwarmingen draaien, voordeur verven, dat soort dingen. En je vindt ze niet hè, onder de M van mannetje in het telefoonboek. Onder de V van vent ook niet. Ik ben bang dat we onder de K van klussen moeten kijken. En die zijn duur, hoor. En als je dan een stroom Brabants sprekende onverstaanbare lieden in huis gehad hebt die een spoor van gipskruimels en andere zaagselen achtergelaten hebben, ja dan word ik ook nog eens verliefd op een mannetje. Nou ja, niets dramatisch. M. hoeft niet bang te zijn. Hij was alleen in mijn droom het onderwerp van mijn verliefde affectie.
Ik moet eerlijk zijn, hij kwam niet zomaar uit de lucht vallen. De dag ervoor waren we bij een concert geweest van een Amerikaanse hoempagroep, pardon blaaskapel. Allemaal afstammelingen van Hollanders en Zeeuwen die hun nieuwe plaatsjes Holland en Zeeland genoemd hadden. Jawel. Inderdaad. Ongelofelijk. En die nazaten heten ook nog allemaal Jansen en Tilanus, maar dan anders. Dat was dus vóór de pauze.
Na de pauze kwam het koper en fluitwerk en de percussie van de Middelburgse M.M.K. en dat was adembenemend. En die dirigent, Richard Vrijhoef, geweldig. Groots en prachtig. Zo leuk ook. Hij danste, elke spier had iets anders te vertellen aan zijn orkest. Zijn hoofd, zijn rug, zijn schouderbladen, zijn dansende voeten en wij, het publiek, zagen dan nog niet eens zijn expressieve gezicht. Zijn handen, zijn armen bezielden zijn grote groep goudglanzend koper, zoveel verschillende emoties te verbeelden, niet alleen hard of zacht maar nog veel meer. En de fluiten werden geheven en bliezen de tranen uit ons middenrif en de percussie zuchtte of trilde en schokte onze ziel voor altijd wakker. En wij in de zaal keken ademloos naar dat in het zwart gestoken dansende mannetje met zijn uitmuntende orkest. Op die man was ik dus die nacht in mijn dromen verliefd. Ik geloof wel dat M. in mijn droom nog protesteerde maar bij het ontwaken begreep ze het en was gelukkig niet jaloers. Trouwens, het was haar eigen schuld, zij had mij immers het huis uit gesleurd om met haar méé naar dat concert te gaan.
Nu verheugen wij ons op een langer concertwerkje van onze drie kleinzonen. We gaan namelijk allemaal samen, kinderen en kleinkinderen, op vakantie. Naar Frankrijk, in een groot huis met zwembad wonen voor veertien hele dagen. We tellen nu de dagen tot we gaan. In juli zijn wij daar. Eén nachtje hotel met de jongetjes van de Janielsjes. Anders is het voor de kinderen wel heel lang vastgesnoerd in die gruwelstoeltjes zitten.
Maar nu hier in huis. Het kraantje in de gang moet gerepareerd. Nu hangt er een papiertje op met: Niet Gebruiken! Schilderijen die ik wel graag opgehangen zou willen hebben. Ik heb er zoveel en ze staan bijna allemaal in de kast. De keukenkraan waar de vervanging al in de kelder wacht. Schilderwerk voor mijn badkamerraampjes waar de grondverf zwart van uitslaat… Het losse randje van het bad dat Harry beloofd had te zullen fixen, vergeten zeker…Volgend jaar groot onderhoud huis: verven voor en achter. Stellingen moeten gebouwd. . We moeten mannetjes. Waar zijn de feministische verfvrouwen en kluswijven, loodgietmeisjes? Nu moeten we mannetjes willen. Het is wat.