Tot ziens in de pruimentijd. Dat heb ik allang niet meer gehoord. Volgens van Dale ook een heel foute uitdrukking. Misschien omdat het tegenwoordig eerder de courgettentijd genoemd kan worden. Die waren er vroeger niet. Terecht, zou ik zeggen. Of komt u niet om in die smakeloze kookkomkommers? Het is zomertijd en zowel de pruimen als de courgettes willen allemaal, liefst tegelijk, opgegeten worden. Weer zo’n slordigheid in het scheppingsprogramma. Hollen of stilstaan. Wat kan een mens met emmers pruimen? Onlekkere jam maken op z’n best. Hoewel we nauwelijks meer mensen kennen met pruimenbomen. We hebben enge nieuwbouwwijken, maar alleen voor de heel rijken grote tuinen. Maar zelfs in de stad word je met courgettes doodgegooid. Waarschijnlijk groeien die dingen ook bij mensen op het balkonnetje. En armenvol van die trotse plofwaterreuzen, groen, geel en vaal, van deze en gene gekregen. Goed, een keer soep, maar tegenwoordig nu M. geen lactose meer verdraagt, kan er geen boursin in die soep en wat hou je dan over? Die lekkere kaas gaf smaak aan zo’n reuzepan vol. Plakjes frituren, ook leuk. Vooral als het warm is en de keuken gaat ruiken als een louche patatzaak. Ik ken nog wel tig recepten, maar in al die recepten gaan kaas, eieren, room, yoghurt, en spullen om een beetje massa voor de stevigheid te maken. Aardappelpuree bijvoorbeeld. En ook dat zonder ei en room?
Genoeg gegeven paarden in de bek gekeken. Bij de vorige column vroeg ik me nog af wat we deden voor we het zo uitputtend over geld hadden. Ik weet het weer. We hadden meningen. Ja, je meent het. Echt waar. We hadden idealen, politieke partijen waar we voor warm liepen, waar we lid van waren. We waren voor iets of heftig tegen. Bij alle families liepen opvattingsbreuken, opiniekrampen, dames- en herenstandpunten uiteen. Ja, idealen daar hadden we het over. Bonussen waren nog niet geboren.
Niet dat we met vlaggen zwaaiden, dat was de generatie daarvoor. Maar dat is uitgeraakt omdat de nazi’s dat ook deden en daarna kon niemand nog vlaggen zíen.
En we reden, als we al reden, op de fiets of in tweedehands auto’s. Dat was toen luxe.
Waar waren we ook alweer vóór? Vrouwenrechten bijvoorbeeld. Heel leuk. Baas in eigen buik. En dan heb ik het niet over het recht op overmatig drankgebruik. Of over kleine-sletjessex. Veel van wat we toen wilden is nog steeds niet bereikt. Hoeveel vrouwen zijn nu directeur? Goed, onze Janine is dat geworden, daar zijn we dan ook erg trots op. Maar bij, noem eens wat, Philips, de NS, oliemaatschappijen? Neu. Om dat voor elkaar te krijgen moet er een degelijke regeling komen voor kinderopvang. Gezond voedsel op scholen zodat de ouders na een uitputtende werkdag niet hoeven te rennen naar de winkels en een haastige maaltijd in elkaar slaan waar de kindjes bah tegen zeggen.
Tijd hadden we toen. Eigenaardig dat we nu geen tijd meer hebben. Waar is die tijd gebleven? Hoe kun je nu tijd kwijtraken? We kunnen alles sneller en hebben meer en meer. We rijden sneller, staan langer in de file, maar tijd hebben we niet. Net zomin als pruimentijd. Jammer eigenlijk. Zullen we een nieuwe stroming starten. Tijd voor iedereen. Niet rennen, niet haasten, lekker zitten, lekker praten en tijd om na te denken over idealen bijvoorbeeld, of over pruimen. Ook leuk.