Hoe kun je of geluk inpakken, vasthouden en glanzend bewaren? Na het van het optreden van het koor Dissonant, dat mijn gedicht op muziek had laten zetten door Hazel Leach, was ik zo gelukkig dat ik wijdarms sliep met een grote brede lach op mijn gezicht. Dat vertelde mijn zoon waar ik na afloop logeerde. Nog een dag later glom het nog van binnen, maar het slijt al en de welvertrouwde onzekerheid begint haar akelige kontje te roeren. Foto’s? Nee, ik vind dat ik daar bijna altijd opsta als iemand die ik niet ken. Dus aan iedereen vertellen dat het zo geweldig was. Vertellen en nog eens vertellen. Misschien dat anderen het dan onbevangen onthouden. Zonder mijn altijd aanwezige wantrouwen: was het echt wel zo leuk? En dat ze dat ook opslaan in het grote geheugen. Hoe meer mensen iets weten, hoe waarder iets wordt? Is dat misschien de reden dat zoveel mensen overstuur raken van zo’n bisschop die onzin beweert. Wij weten toch beter?
Beter weten helpt niet altijd. Jammer genoeg. De welbewuste leugenpropaganda van de nazi’s was heel effectief. Al is de waarheid nog ze snel de leugen achter haalt haar wel. Want dan geldt de omgekeerde wereld. Zoals ook de leugenpropagande van het terroristendom bittere vruchten afwerpt, want veel mensen geloven die onzin. Zelfmoordkinderen, hun eigen kinderen vooral. Met een plastic sleuteltje het paradijs in mogen, ben je dan een heel dom kind of ben je dan helemaal murw geïndoctrineerd?
Maar over kinderen gesproken. Maxje heeft al denkrimpeltjes. In de breedte van zijn zachte voorhoofd. Max kan slapen in de kamer waar wij allen praten en lachen. Volledig ontspannen. Met kleine prachtige handjes met lange dunne vingers. Als hij wakker is heeft hij koude knuistjes, maar als hij slaapt die zachte handjes. Berg op het bolletje. Zijn lachjes zijn nog ongericht. Soms heeft hij een dag dat hij elke twee uur wenst te eten. Alles mag bij borstvoeding. Maar voor de moeder die die voeding moet geven is het dan wel hard werken. Maar ook de baby werkt hard. Zuigen is zwaar werk. Als ik zie welke vreugde en welke inspanning het kost om een klein kind te hebben, dan kan ik me geen voorstelling maken van de haat die mensen bezielt om te beweren dat ze hun kind met plezier opofferen om een wandelende bom te worden. En na het overlijden van hun schatten te claimen dat zij gewonnen hebben. Wat is dat dan, zo’n ? Hoe voelt dat vanbinnen?
En mijn in dat perspectief, wat is dat waard? En waarom moet altijd alles afgewogen worden tegen iets wat erger is? Zomaar genieten van een buitenkans is carpe diem. En het tobben erover is memento mori.
Dus opslaan het moois. Niet vergeten hoe mooi het was. Toch maar foto’s bekijken die in het binnenste zijn opgeslagen. De boeken tellen die verkocht zijn. De stemmen horen van de vrouwen die zeiden dat ze van mijn gedichten genoten. Het is echt waar. Echt gebeurd. En het was heerlijk.