ISBN:78-90-6265-694-3
Bundel met 36 gedichten in vrije versvorm, verdeeld in twee titelloze afdelingen en een cd waarop de Nederlandse dichteres (1942) 25 “vrolijke”gedichten voordraagt uit eerdere bundels. Het belangrijkste thema is het persoonlijk leed, door de oorlog verminkt met een pijn die nooit ophoudt. Wijnberg was Joods onderduikkind en overleefde samen met haar moeder de oorlog.
De tweede afdeling gedichten is gericht aan juffrouw D(ood), die wordt ondervraagd over allerlei facetten van sterven, dood en het hiernamaals. Vragen die iedereen heeft, maar nooit stelt. De nachtvlinders uit het titelgedicht zijn de herinneringen.
Onderkoelde toon, niet zwaarwichtig, ogenschijnlijk luchthartig en vlinderachtig, maar zeer intense en aansprekende en ontroerende poëzie. Doet wel iets denken aan Judith Herzberg. De zesde bundel van deze auteur die in 1989 debuteerde met “Aan mij is niets te zien”en die in 2003-2004 stadsdichter was van Middelburg. – R.A. Wagenaar-Duursma
© NBD Biblion 2002 – 2011