De zesde hemel
Ondertussen was er een kleine groep zwaluwen die iets te ver was doorgevlogen. Ze kwamen in de zesde hemel aan. En ze wilden niet meer weg. Hier is het zo leuk met al die dieren, hier willen we leren met een murmur mee te vliegen, hier willen we de grote roofvogels knuffelen en met de leeuwen spelen. Maar het mocht niet van de engelen. Jullie moeten nog kleintjes maken en niemand hier leeft nog, jullie moeten, jammer dan, wachten tot je dood gaat op aarde.
Ja maar, riepen de zwaluwen, we willen hier blijven, dan eten we niet en dan gaan we toch dood en dan zijn we vast hier. Maar de engelen waren streng. Nee. Het mag niet. Geduld hebben jullie.
Wieuw, zeiden de zwaluwen, wieuw, maar we komen terug. Dat is goed zeiden de engelen, tot later, nu word je uitgezwaaid door alle mensen die hier ook zijn. En die kunnen jullie zien hoor, want hier zitten de mensen die nog naar beneden mogen kijken. Alle plotselinge doden, de vermoorden en de verongelukten, zij die zich niet hebben kunnen voorbereiden, die zitten hier ook.
O, nou dag dan, riepen de zwaluwen en ze gingen. Maar wat een verhalen hadden ze te vertellen bij aankomst. Over het verrukkelijke witte licht en over de babytjes die mochten wachten op hun ouders en over de oneindige liefde. En hoe ouders, moe geworden van verdriet, hun kindjes mochten zien opgroeien. Wieuw, wieuw, wieuw.
Wat ze niet konden vertellen was te moeilijk. Dat mensen die veel wilden weten er ook zaten en dat die opeens begrepen wat meerdere dimensies betekenden. En wat de stringtheorie nu eigenlijk was. Te moeilijk voor zwaluwen. En naar buitenaardse werelden konden ze ook niet vliegen. Zeker niet levend.
Werden ze geloofd bij hun terugkomst op aarde? Ze wilden nu ook het goede doen, net als Ylustra en Indigo en alle dieren die hielpen om de bloedrivier te stoppen. Ze gingen het aan iedereen die het nog niet wist vertellen. Helpen moeten we allemaal. Ook het gras, echt allemaal.
En natuurlijk vertelden ze het aan hun jongen. Later mag je doorvliegen naar de hoogste hemel, kinderen, dat is fantastisch. Wieuw wieuw wieuw.